In het Louvre bevindt zich een groepje van acht papyri uit de 25e dynastie, geschreven in het laat cursief (abnormaal) hiëratisch. Zes van deze papyri zijn redelijk bekend uit verschillende publicaties. Hoewel, bekend? Er zijn op dit moment misschien tien egyptologen in de wereld op de hoogte van het bestaan van deze papyri (en bekend met de inhoud). De woorden ‘redelijk’ en ‘abnormaal hiëratisch’ horen namelijk niet in één enkele zin thuis, maar voor je dat kunt zeggen ben je al snel tien jaar studie verder.

Toen de spreker enkele jaren geleden de twee onbekende papyri onder ogen kreeg, was zijn eerste reactie: “Heel leuk, leg ze maar weer terug in de kast. En maak ’m nooit meer open.” Later draaide hij bij; natuurlijk worden deze haast onleesbare teksten bestudeerd en uitgegeven. Ze vormen namelijk (een substantieel deel van) het archief van de Thebaanse choachiet – een dodenpriester die tegen betaling offers bracht aan de doden – Petebaste zoon van Peteamonip. En voor archieven, abnormaal hiëratisch en choachieten loopt men bij het Papyrologisch Instituut altijd warm. Wat dit te maken heeft met bier en balsemingshuizen wordt duidelijk in de lezing, of bij de borrel na afloop.

Koen Donker van Heel is als universitair docent Demotisch en Abnormaal Hiëratisch verbonden aan het Papyrologisch Instituut van de Universiteit Leiden.