The Netherlands Institute for the Near East

Nederlands Instituut voor het Nabije Oosten  -  Institut nĂ©erlandais du Proche-Orient

9 Jul 2021 Funding

Winnaar Jaarprijs Cuijpers-Opdenakker 2021

Op 8 juli heeft Judith Jurjens de Jaarprijs Cuijpers-Opdenakker 2021 ontvangen.

210708_Judith-JCO-presentatie_klein

De winnaar van de Jaarprijs Cuijpers-Opdenakker 2021 is Judith Jurjens. Op 8 juli heeft zij de prijs in ontvangst genomen en haar winnende artikel gepresenteerd. Van harte gefeliciteerd!

NINO en Ex Oriente Lux reiken jaarlijks een prijs uit voor het beste wetenschappelijke artikel over het Oude Nabije Oosten (incl. Egypte). De prijs is ter beschikking gesteld door Mr. drs. Carin Cuijpers en dr. Raymond Opdenakker.

Lees meer over de Jaarprijs Cuijpers-Opdenakker (in het Engels).

Uit het juryrapport

Dit is de eerste uitreiking van de Jaarprijs voor jonge schrijvers van wetenschappelijke artikelen op het gebied van geschiedenis en cultuur van het oude Nabije Oosten in samenhang met mogelijkheden tot popularisering.

Er zijn elf aanvragen ingediend. Alle artikelen waren van uitstekende kwaliteit, geschreven in gerenommeerde tijdschriften. Er waren aanvragen bij op het gebied van de assyriologie, archeologie, egyptologie en ugaritologie.

In eerste instantie heeft de commissie gekeken naar de wetenschappelijke kwaliteit. In dat proces kwamen eerst zes artikelen bovendrijven. Daarvan hebben we drie artikelen uitgelicht die het meest aansprekend waren en blijk gaven van de hoogste mate van inventiviteit, bronnenbeheersing en impact op het wetenschappelijk bedrijf.

De winnaar

Judith Jurjens, ‘The Teaching of Khety twice: a new reading of oBM EA 65597 as a school exercise.’ The Journal of Egyptian Archaeology 105 (2019), 127-134.

BM-EA-65597Het artikel is een nieuwe interpretatie van een Egyptisch ostrakon dat ons inzicht verschaft in het Egyptische schoolsysteem. Het is, naar het oordeel van de jury, een interessant artikel waarin diverse nieuwe interpretaties en originele inzichten worden aangedragen: nieuwe lezing van het ostrakon; overtuigende argumentatie dat het gaat om twee in plaats van drie handschriften en dat het gaat om een schooloefening. Interessante conclusie dat er sprake is van een didactische methode die nog niet eerder beschreven was in de Egyptologische literatuur. Als onderbouwing geeft de auteur diverse interessante parallellen, waarbij ook een tot op heden ongepubliceerd ostrakon wordt besproken. De studie geeft inzicht in een didactische methode die tot op heden nog niet bekend was uit het Oude Egypte, en vormt daarmee een belangrijke bijdrage aan het vakgebied. De studie zelf is van belang voor andere vakgebieden, bijv. ‘History of Education’. Het stuk is helder geschreven en het betoog is ook voor een niet-Egyptoloog goed te volgen.

Bij het eindoordeel heeft de keuze voor het populariseringsvoorstel een doorslaggevende rol gespeeld. Judith Jurjens zal een lessenserie of lesbrief voor scholieren maken. Zij schrijft in haar voorstel: “Het onderwerp van mijn artikel (een Oudegyptische schooloefening) staat dicht bij de belevingswereld van leerlingen en leent zich hier dus uitstekend voor. Ook gezien mijn achtergrond als docent (naast mijn promotie in de Egyptologie werk ik parttime als docent Klassieke Talen) ligt de keuze voor het maken van lesmateriaal voor de hand. Mijn idee is om een lessenserie te maken van 1 tot 3 lessen met als doelgroep de onderbouw van het voorgezet onderwijs of de bovenbouw van het primair onderwijs.” Naar het oordeel van de jury werkt ze dit heel leuk en inspirerend uit.

Runners-up

Twee andere artikelen waren genomineerd voor de prijs:

Bastian Still & Rieneke Sonnevelt, ‘On Sippar's Quay: Cuneiform Tablets with Aramaic Inscriptions from the Böhl Collection in Leiden’, Zeitschrift für Assyriologie 110 (2020), 94-110.

Nico Staring, ‘The Late Eighteenth Dynasty Tomb of Ry at Saqqara (Reign of Tutankhamun). Horemheb's Chief of Bowmen and Overseer of Horses Contextualised’, Rivista del Museo Egizio 4 (2020), 16-61.

Het eerste artikel is een editie van drie spijkerschriftdocumenten uit de spijkerschriftcollectie van het NINO, de Böhl-collectie, die als bijzonderheid hebben dat ze ook bijschriften bevatten in het Aramees. De teksten leren ons iets over het handelsleven op de kade van de stad Sippar en de rol van het Aramees en het Babylonisch in de transacties. De auteurs laten zien uitstekende filologen te zijn die tekstuitgaven voorzien van een boeiende kijk op de ‘Sitz im Leben’ ervan.

Het tweede artikel biedt ons een boeiend inzicht in de problemen van het interpreteren van opgravingsrapporten en het naspeuren en bij elkaar brengen van objecten die in verschillende musea in de hele wereld zijn terecht gekomen. Het gaat dus niet alleen om archeologie in het veld, maar ook om museumarcheologie. Ook hier komen nieuwe lezingen van teksten voorbij. Het is een indrukwekkende studie qua uitgebreidheid en diepgang.

We willen de runners-up en de andere inzenders feliciteren met hun uitstekende bijdragen en hen aanmoedigen verder te gaan met hun wetenschappelijke werk.

De jury